Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Blinker (Duits) in het Zweeds

Blinker:

Blinker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Blinker
    blinker
    • blinker [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Blinker (Blinkleuchte)
    blinkljus
  3. der Blinker (Blinkleuchte; Fahrtrichtungsanzeiger)
    körriktningsvisare; blinker
  4. der Blinker (Blinklicht; Blinkleuchte; Blinkfeuer; Flackerlicht)
    blinkande ljus; fladdrande ljussken

Vertaal Matrix voor Blinker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blinkande ljus Blinker; Blinkfeuer; Blinkleuchte; Blinklicht; Flackerlicht
blinker Blinker; Blinkleuchte; Fahrtrichtungsanzeiger
blinkljus Blinker; Blinkleuchte Blaulicht; Blinklicht; Feuerzeichen; Warnlicht
fladdrande ljussken Blinker; Blinkfeuer; Blinkleuchte; Blinklicht; Flackerlicht
körriktningsvisare Blinker; Blinkleuchte; Fahrtrichtungsanzeiger

Synoniemen voor "Blinker":


Wiktionary: Blinker

Blinker
noun
  1. künstlicher Angelköder aus Blech oder Perlmutt
  2. Teil der Lichtanlage in Kraftfahrzeugen; zeigt die Fahrtrichtung an

Cross Translation:
FromToVia
Blinker fluga fly — fishing lure
Blinker blinker; körriktningsvisare indicator — trafficator
Blinker blinkljus clignotant — Dispositif de sécurité, utilisé pour signaler aux autres usagers la direction que va prendre son véhicule.

Computer vertaling door derden: