Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Brauch

Vertaal Brauch van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Brauch:
- tradition; folkligt; sedvänja; oskriven lag
Wiktionary:
- Brauch → språkbruk, -bruk, sed, tradition, sedvänja, bruk
- Brauch → vana, sed, sedvänja

Duits

Uitgebreide vertaling voor Brauch (Duits) in het Zweeds

Brauch:

Brauch [der ~] zelfstandig naamwoord

der Brauch (Überlieferung; Tradition; Gewohnheit; Sitte; Legende; Gepflogenheit; Angewohnheit)
tradition
- tradition [-en] zelfstandig naamwoord
der Brauch (Volksbrauch; Volkssitte; Sitte)
folkligt
- folkligt zelfstandig naamwoord
der Brauch (Gepflogenheit; Gewohnheit; Tradition; Sitte; Angewohnheit; Volkssitte; Volksbrauch)
sedvänja; tradition; oskriven lag
- sedvänja [-en] zelfstandig naamwoord
- tradition [-en] zelfstandig naamwoord
- oskriven lag zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Brauch:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
folkligt	Brauch; Sitte; Volksbrauch; Volkssitte	breite Masse
oskriven lag	Angewohnheit; Brauch; Gepflogenheit; Gewohnheit; Sitte; Tradition; Volksbrauch; Volkssitte	Anspruch; Berechtigung; Gewohnheitsrecht; Recht; Ungeschriebenes Gesetz
sedvänja	Angewohnheit; Brauch; Gepflogenheit; Gewohnheit; Sitte; Tradition; Volksbrauch; Volkssitte	Anspruch; Berechtigung; Gewohnheitsrecht; Recht; Ungeschriebenes Gesetz
tradition	Angewohnheit; Brauch; Gepflogenheit; Gewohnheit; Legende; Sitte; Tradition; Volksbrauch; Volkssitte; Überlieferung

Synoniemen voor "Brauch":

Gepflogenheit; Gewohnheit; Konvention; Regel; Sitte; Usus
Brauchtum; Tradition; Überlieferung

Wiktionary: Brauch

Brauch

noun

veraltet: das Benutzen, Verwenden einer Sache zu ihrem Zweck
- Brauch → språkbruk; -bruk
übliche oder traditionelle Verhaltensweise in einer Gesellschaft
- Brauch → sed; tradition; sedvänja; bruk

Cross Translation:

From	To	Via
• Brauch	→ vana; sed; sedvänja	↔ custom — frequent repetition of the same act
• Brauch	→ vana	↔ coutume — À trier
• Brauch	→ vana	↔ habitude — disposition acquérir par des actes réitérer.