Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Epistel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Epistel (Duits) in het Zweeds

Epistel:

Epistel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Epistel (Brief; Schreiben; Aufsatz)
    epistel
    • epistel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Epistel
    Epistel

Vertaal Matrix voor Epistel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Epistel Epistel
epistel Aufsatz; Brief; Epistel; Schreiben

Synoniemen voor "Epistel":


Wiktionary: Epistel

Epistel
noun
  1. Religion, Liturgie: bestimmter im Gottesdienst zu lesender biblischer Textabschnitt
  2. Religion, Bibel: Brief eines Apostel
  3. ein Brief, Brieftext gehobenen Anspruchs (Sendschreiben, Versepistel)