Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Erwartung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Erwartung (Duits) in het Zweeds

Erwartung:

Erwartung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Erwartung (Erwarten)
    förväntan; hopp; förhoppning; förväntning

Vertaal Matrix voor Erwartung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förhoppning Erwarten; Erwartung
förväntan Erwarten; Erwartung Vorfreude
förväntning Erwarten; Erwartung
hopp Erwarten; Erwartung Hopfen; Sprünge; Sätze

Synoniemen voor "Erwartung":


Wiktionary: Erwartung

Erwartung
noun
  1. Vorstellung von dem, was geschehen wird
  2. Zustand der Spannung, des Wartens, Ungeduld

Cross Translation:
FromToVia
Erwartung förväntan attente — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Erwartung