Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fähnchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fähnchen (Duits) in het Zweeds

Fähnchen:

Fähnchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fähnchen (Fahne; Flagge; Banner; Standarte; Wimpel)
    fana; vimpel
    • fana [-en] zelfstandig naamwoord
    • vimpel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. Fähnchen (Wimpel; Banner; Fahne; Flagge; Standarte)
    vimpel; liten flagga

Vertaal Matrix voor Fähnchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fana Banner; Fahne; Flagge; Fähnchen; Standarte; Wimpel Kommandoflagge; Spruchband; Spruchbänder; Transparent
liten flagga Banner; Fahne; Flagge; Fähnchen; Standarte; Wimpel
vimpel Banner; Fahne; Flagge; Fähnchen; Standarte; Wimpel

Synoniemen voor "Fähnchen":


Wiktionary: Fähnchen

Fähnchen
  1. umgangssprachlich, abwertend: qualitativ minderwertiges, geschmackloses Kleid
  2. kleine Fahne
  3. Schach: Teil einer analogen Schachuhr (siehe Fallblättchen)