Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Falsche (Duits) in het Zweeds

Falsche:

Falsche [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Falsche
    missförhållande; orätt; orättfärdighet

Falsche [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Falsche (Unrecht; Mißverhältnis; Mißstand)
    fel; orätt
    • fel [-ett] zelfstandig naamwoord
    • orätt [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Falsche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fel Falsche; Mißstand; Mißverhältnis; Unrecht Abwesenheit; Defekt; Defekte; Falschheit; Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Gehrung; Irrtum; Nichterfüllung; Schnitzer; Tadel; Verfehlung; Versehen; Versäumnis; Vorwurf; Übel
missförhållande Falsche Mißverhältnis
orätt Falsche; Mißstand; Mißverhältnis; Unrecht Ungerechtigkeit; Unrecht; Unrechtfertigkeit
orättfärdighet Falsche Ungerechtigkeit; Unrecht; Unrechtfertigkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fel durcheinander; falsch; fehlerhaft; irrtümlicherweise; konfus; unrichtig; verkehrt; verschmitzt; verstört; verwirrt; wirr