Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Feigling:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Feigling (Duits) in het Zweeds

Feigling:

Feigling [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Feigling (Angsthase)
    mes; hare; fegis; rookie
    • mes [-en] zelfstandig naamwoord
    • hare [-en] zelfstandig naamwoord
    • fegis [-en] zelfstandig naamwoord
    • rookie zelfstandig naamwoord
  2. der Feigling (Angsthase; Hasenfuß)
    fegis; mes
    • fegis [-en] zelfstandig naamwoord
    • mes [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Feigling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fegis Angsthase; Feigling; Hasenfuß Schwächling
hare Angsthase; Feigling Funk; Hase; Langohr; Schrittmacher
mes Angsthase; Feigling; Hasenfuß Hausmeise; Schwächling
rookie Angsthase; Feigling Grünling; Neuankömmling; Neuling; Student im ersten Semester

Synoniemen voor "Feigling":


Wiktionary: Feigling

Feigling
noun
  1. furchtsame, ängstliche, risikoscheue Person

Cross Translation:
FromToVia
Feigling mes; fegis coward — a person who lacks courage
Feigling feg stackare; mes craven — coward
Feigling ynkling weakling — person of weak character