Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Feinschmecker:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Feinschmecker (Duits) in het Zweeds

Feinschmecker:

Feinschmecker [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Feinschmecker (Leckermaul; Schleckermaul; Schlemmer; )
    matvrak
    • matvrak [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Feinschmecker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
matvrak Feinschmecker; Gastronom; Leckermaul; Leckermäulchen; Schleckermaul; Schlemmer; Süßmaul Freßsack; Freßsäcke; Nimmersatt; Schwelger; Vielfraß; Vielfräße

Synoniemen voor "Feinschmecker":


Wiktionary: Feinschmecker

Feinschmecker
noun
  1. kurz für: Feinschmeckerrestaurant, ein teures und anspruchsvolles Restaurant
  2. ein Mensch mit einem verwöhnten und/oder anspruchsvollen Geschmack und einem ausgeprägten Sinn für feine Speisen

Cross Translation:
FromToVia
Feinschmecker gastronom; matkännare; finsmakare gourmet — gourmet; a person who appreciates good food
Feinschmecker finsmakare; läckergom; gourmet gourmet — Personne qui, déguster le vin, savoir en déterminer la provenance, la date et les diverses caractéristiques.