Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Festtage:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Festtage (Duits) in het Zweeds

Festtage:

Festtage [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Festtage
    ferier; semester; lov
    • ferier zelfstandig naamwoord
    • semester [-en] zelfstandig naamwoord
    • lov [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Festtage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ferier Festtage Parlamentsferien
lov Festtage Bewilligung; Bildungsurlaub; Erholung; Erlaubnis; Erlaubnisschein; Ferien; Genehmigung; Permission; Studienurlaub; Urlaub; Urlaubszeit; Wahlurlaubstag
semester Festtage Urlaub