Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Feuchtigkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Feuchtigkeit (Duits) in het Zweeds

Feuchtigkeit:

Feuchtigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Feuchtigkeit (Flüssigkeit; Naß; Getränk)
    vätska
    • vätska [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Feuchtigkeit (Flüssigkeit; Nässe; Naß)
    fukt; fuktighet; väta
    • fukt [-en] zelfstandig naamwoord
    • fuktighet [-en] zelfstandig naamwoord
    • väta [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Feuchtigkeit (Nässe)
    fuktighet; väta; imma
    • fuktighet [-en] zelfstandig naamwoord
    • väta [-en] zelfstandig naamwoord
    • imma [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Feuchtigkeit (Nässe)
    råhet; fuktighet
  5. die Feuchtigkeit (Nässe)
    fuktighet
  6. die Feuchtigkeit (Feuchtigkeitsgehalt; Feuchtigkeitsgrad)
    fuktighetsgrad

Vertaal Matrix voor Feuchtigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fukt Feuchtigkeit; Flüssigkeit; Naß; Nässe
fuktighet Feuchtigkeit; Flüssigkeit; Naß; Nässe
fuktighetsgrad Feuchtigkeit; Feuchtigkeitsgehalt; Feuchtigkeitsgrad
imma Feuchtigkeit; Nässe Dampf; Dunst; Nebel; Verdampfung; Verdunstung
råhet Feuchtigkeit; Nässe Derbheit; Grobheit; Härte; Rauheit; Rauhhaarigkeit; Rauhheit; Roheit; Struppigkeit; Unebenheit; Unwirtlichheit
väta Feuchtigkeit; Flüssigkeit; Naß; Nässe
vätska Feuchtigkeit; Flüssigkeit; Getränk; Naß
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fukt dampfend; dunstig; neblig; qualmig

Wiktionary: Feuchtigkeit

Feuchtigkeit
noun
  1. Vorhandensein von Wasser (oder anderen Flüssigkeiten) in geringen Mengen

Cross Translation:
FromToVia
Feuchtigkeit fuktighet damp — Moisture
Feuchtigkeit luftfuktighet humidity — dampness, especially that of the air
Feuchtigkeit fukt; fuktighet moisture — a moderate degree of wetness
Feuchtigkeit fuktighet vochtigheid — de mate van vocht
Feuchtigkeit fuktighet; väta humidité — Traductions à trier