Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fiesling:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fiesling (Duits) in het Zweeds

Fiesling:

Fiesling [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fiesling (widerlicher Mensch; Scheusal; Ekel)
    galning; förskräcklig man; äckel; knäppis

Vertaal Matrix voor Fiesling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förskräcklig man Ekel; Fiesling; Scheusal; widerlicher Mensch
galning Ekel; Fiesling; Scheusal; widerlicher Mensch Brausekopf; Eiferer; Fan; Fanatiker; Geisteskranke; Glaubenseifer; Haarspalter; Idiot; Irre; Irrsinnige; Schwachsinnige; Schwärmer; Tollkopf; Topsüchtiger; Tor; Verrückte; Wahnsinnige; Zelot; blinde Fanatiker
knäppis Ekel; Fiesling; Scheusal; widerlicher Mensch Dummkopf; Hohlkopf; Strohkopf
äckel Ekel; Fiesling; Scheusal; widerlicher Mensch Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; männlicher Esel; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl

Synoniemen voor "Fiesling":