Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fortbestehen (Duits) in het Zweeds

Fortbestehen:

Fortbestehen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fortbestehen (Existenz; Sein; Leben; Dasein; Lebenswandel)
    liv; livsväg; existens; varande
    • liv [-ett] zelfstandig naamwoord
    • livsväg zelfstandig naamwoord
    • existens [-en] zelfstandig naamwoord
    • varande zelfstandig naamwoord
  2. Fortbestehen (Überleben; Fortbestand)
    kontinuerad bestående; överlevande
  3. Fortbestehen (Fortbestand)
    leva på

Vertaal Matrix voor Fortbestehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
existens Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
kontinuerad bestående Fortbestand; Fortbestehen; Überleben
leva på Fortbestand; Fortbestehen
liv Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein Betrieb; Dauerhaftigkeit; Durcheinander; Gedränge; Gedrängtheit; Getreibe; Gezänk; Haltbarkeit; Klamauk; Leben; Rummel; Scherrerei; Tamtam; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr
livsväg Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
varande Dasein; Existenz; Fortbestehen; Leben; Lebenswandel; Sein
överlevande Fortbestand; Fortbestehen; Überleben Überlebende