Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Fruchtkern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fruchtkern (Duits) in het Zweeds

Fruchtkern:

Fruchtkern [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Fruchtkern (Nuß; Kern; Stein)
    kärna; inre delen av en frukt

Vertaal Matrix voor Fruchtkern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inre delen av en frukt Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein
kärna Fruchtkern; Kern; Nuß; Stein Butterfaß; Essenz; Gehäuse; Innerste; Kern; Kerngehäuse; Wesen; Zentrum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kärna anschüren; bewegen; schüren; umruhren