Duits
Uitgebreide vertaling voor Gefährte (Duits) in het Zweeds
Gefährte:
-
der Gefährte (Freund; Kumpel; Kamerad; Genosse; Geselle; Macker)
-
der Gefährte (Gefährtin)
-
der Gefährte (Genosse)
-
der Gefährte (männliche Person; Mann; Kumpel; Weib; Kerl; Gatte; Gemahl; Freund; Partner; Teilhaber)
herre; man; person av manligt kön; make-
herre zelfstandig naamwoord
-
person av manligt kön zelfstandig naamwoord
-
-
der Gefährte (Reisegefährte)
ressällskapare-
ressällskapare zelfstandig naamwoord
-
-
der Gefährte (Kurator; Konkursverwalter; Vormund; Begleiter; Aufseher; Inspizient; Konservator; Konkursrichter)
särskild förvaltare; beskyddande; väktare; vårdnadshavare; målsman; förmyndare; bevakare; föreståndare för kloster-
särskild förvaltare zelfstandig naamwoord
-
beskyddande zelfstandig naamwoord
-
målsman zelfstandig naamwoord
-
föreståndare för kloster zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Gefährte:
Synoniemen voor "Gefährte":
Computer vertaling door derden: