Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gegenpol:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gegenpol (Duits) in het Zweeds

Gegenpol:

Gegenpol [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gegenpol (Gegensatz; Gegensätze; Gegenteil; )
    motsats
    • motsats [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gegenpol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
motsats Gegenbild; Gegenpol; Gegensatz; Gegenstück; Gegensätze; Gegenteil; Kontrast Antipode; Gegensatz; Gegenstück; Gegensätze; Gegensätzlichkeit; Gegenteil; Gegenübergestellte; Kontrast

Wiktionary: Gegenpol


Cross Translation:
FromToVia
Gegenpol motpol antipole — opposite pole
Gegenpol motpol antipole — position directly opposite