Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gemurmel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gemurmel (Duits) in het Zweeds

Gemurmel:

Gemurmel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gemurmel (Gesumm)
    brådska; jäkt; fläng
    • brådska [-en] zelfstandig naamwoord
    • jäkt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • fläng zelfstandig naamwoord
  2. Gemurmel (Gemunkel)
    mumlande; muttrande
  3. Gemurmel (schnelles Trinken)
    kluckande; porlande

Vertaal Matrix voor Gemurmel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brådska Gemurmel; Gesumm Betrieb; Dringlichkeit; Eile; Emsigkeit; Gedränge; Gedrängtheit; Gehetz; Getreibe; Hast; Hetze; Raschheit; Rummel; Schnelligkeit; Tempo; Zulauf; reges Leben; starkeVerkehr; Überstürzung
fläng Gemurmel; Gesumm Dringlichkeit; Eile; Emsigkeit; Gehetz; Hast; Hetze; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Überstürzung
jäkt Gemurmel; Gesumm Betriebsamkeit; Gedränge; Geschäftigkeit; Hektik; Ruhelosigkeit; Unruhe
kluckande Gemurmel; schnelles Trinken Gegacker; Hühnergegacker
mumlande Gemunkel; Gemurmel
muttrande Gemunkel; Gemurmel Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen
porlande Gemurmel; schnelles Trinken Geplätscher; Plätschern
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brådska beeilen; eilen; hasten; hetzen; jagen; sich beeilen; sputen; wetzen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mumlande murmelend

Wiktionary: Gemurmel

Gemurmel
noun
  1. leises, unverständliches Sprechen

Cross Translation:
FromToVia
Gemurmel mummel murmur — low sounds or speech
Gemurmel mummel murmure — Bruit de voix sourd et confus