Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Geschraubtheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geschraubtheit (Duits) in het Zweeds

Geschraubtheit:

Geschraubtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Geschraubtheit (Geziertheit; Verlogenheit; Ziererei; )
    förespegling

Vertaal Matrix voor Geschraubtheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förespegling Affektiertheit; Geschraubtheit; Geziertheit; Preziosität; Unnatürlichkeit; Verlogenheit; Ziererei Vorschützung; Vortäuschung

Wiktionary: Geschraubtheit

Geschraubtheit
noun
  1. Handlung oder Äußerung, die geschraubt oder gekünstelt ist
  2. kein Plural, abwertend: geschraubte, gezierte, gekünstelte Art und Weise