Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Gracht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gracht (Duits) in het Zweeds

Gracht:

Gracht [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Gracht (Kanal; Fahrt; Lauf; Fahrtroute)
    kanal
    • kanal [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gracht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kanal Fahrt; Fahrtroute; Gracht; Kanal; Lauf Channel; Fahrrinne; Fahrwasser; Furche; Kanal; Kommunikationschannel; Kommunikationskanal; Rinne

Wiktionary: Gracht

Gracht
noun
  1. innerstädtische Kanalstraße niederländischer oder vereinzelt deutscher Städte
  2. niederdeutsch, ostniederdeutsch: Wassergraben, Kanal

Computer vertaling door derden: