Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Handhabung

Vertaal Handhabung van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Handhabung:
- underhåll; användning; bruk; utövande
Wiktionary:
- Handhabung → handhavande
- Handhabung → skötsel, styrelse

Duits

Uitgebreide vertaling voor Handhabung (Duits) in het Zweeds

Handhabung:

Handhabung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Handhabung
underhåll
- underhåll [-ett] zelfstandig naamwoord
die Handhabung (Benutzung; Gebrauch; Verwendung; Anwendung; Nutzung; Verwertung; Hantieren)
användning; bruk; utövande
- användning [-en] zelfstandig naamwoord
- bruk [-ett] zelfstandig naamwoord
- utövande zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Handhabung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
användning	Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung	Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Ingebrauchnahme; Konsum; Sprachgebrauch; Verbrauch; Verwendung; Verzehr
bruk	Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung	Sprachgebrauch
underhåll	Handhabung	Alimente; Beihilfe; Beistand; Beköstigung; Betreuung; Einrichtung; Fürsorge; Instandhaltung; Krankenpflege; Lebensunterhalt; Pflege; Sorge; Subvention; Unterhalt; Unterhaltsbeitrag; Unterhaltsbeiträge; Unterstützung; Versorgung; Zuschuß; Zuwendung
utövande	Anwendung; Benutzung; Gebrauch; Handhabung; Hantieren; Nutzung; Verwendung; Verwertung

Synoniemen voor "Handhabung":

Bedienung; Behandlungsweise; Methode; Praktik; Aktion; Handlung; Operation; Tat
Handling; Umgang

Wiktionary: Handhabung

Handhabung

noun

die Art und Weise, wie man etwas bestimmtes benutzen
- Handhabung → handhavande

Cross Translation:

From	To	Via
• Handhabung	→ skötsel; styrelse	↔ management — administration; the process or practice of managing