Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Haudegen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Haudegen (Duits) in het Zweeds

Haudegen:

Haudegen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Haudegen (Draufgänger; Raufbold; Schlachtschwert)
    gangster; ligist; hulligan

Vertaal Matrix voor Haudegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gangster Draufgänger; Haudegen; Raufbold; Schlachtschwert Gangster
hulligan Draufgänger; Haudegen; Raufbold; Schlachtschwert
ligist Draufgänger; Haudegen; Raufbold; Schlachtschwert Bullenbeißer; Kampfhahn; Streithähne; Streitsucher; Wandale

Synoniemen voor "Haudegen":


Wiktionary: Haudegen

Haudegen
noun
  1. übertragen von der Waffe: Soldat mit Kampferfahrungen, der sich durch seine verwegene und draufgängerische Art auszeichnet
  2. im 17. Jahrhundert benutzter Degen mit zwei Schneiden zum hauen und schlagen