Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Heft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Heft (Duits) in het Zweeds

Heft:

Heft [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Heft (Schrift)
    arbetsbok; övningsbok
  2. Heft (Fernsehzeitung; Fernsehzeitschrift; Zeitschrift; Illustrierte; Magazin)
    tv programm
  3. Heft (Büchlein; Bändchen)
    häfte; kompendium
  4. Heft
    bok
    • bok [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Heft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetsbok Heft; Schrift Arbeitsmappe
bok Heft Buch; Buche; Waldbuche
häfte Bändchen; Büchlein; Heft
kompendium Bändchen; Büchlein; Heft
tv programm Fernsehzeitschrift; Fernsehzeitung; Heft; Illustrierte; Magazin; Zeitschrift
övningsbok Heft; Schrift
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bok buchenhölzern

Synoniemen voor "Heft":


Wiktionary: Heft

Heft
noun
  1. Griff an einer Klingenwaffe
  2. einzelne Nummer einer Zeitschrift
  3. dünnes, broschiertes, nicht festgebundenes Buch
  4. zusammengeheftete und mit einem Einband versehene Blätter aus Papier, auf die geschrieben werden kann, vor allem für die Schule