Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Hingebung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Hingebung (Duits) in het Zweeds

Hingebung:

Hingebung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Hingebung (Anhänglichkeit; Treue)
    tillgivenhet
  2. die Hingebung (Hingabe; Einsatz; Ergebenheit; )
    lidelse; passion; hängivenhet
  3. die Hingebung (Lust; Genußsucht; Geilheit; )
    lust; begär; passion
    • lust [-en] zelfstandig naamwoord
    • begär [-ett] zelfstandig naamwoord
    • passion [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Hingebung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begär Geilheit; Genußsucht; Hingebung; Inbrunst; Leidenschaft; Lust; Passion; Wollust Antrieb; Atemzug; Begehren; Begierde; Geschlechtstrieb; Gier; Leidenschaft; Leidenschaftlichkeit; Trieb; Verlangen
hängivenhet Einsatz; Ergebenheit; Hingabe; Hingebung; Treue; Widmung; Übergabe Frömmigkeit; Gläubigkeit; Gottesfurcht
lidelse Einsatz; Ergebenheit; Hingabe; Hingebung; Treue; Widmung; Übergabe
lust Geilheit; Genußsucht; Hingebung; Inbrunst; Leidenschaft; Lust; Passion; Wollust Leidenschaft; Lust; Trieb; sexuelle Begierde
passion Einsatz; Ergebenheit; Geilheit; Genußsucht; Hingabe; Hingebung; Inbrunst; Leidenschaft; Lust; Passion; Treue; Widmung; Wollust; Übergabe Besessenheit; Leidenschaft; Passion
tillgivenhet Anhänglichkeit; Hingebung; Treue Anheften; Anheftung; Festheften; Festheftung; Liebe; Zuneigung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lidelse heftig; sehr

Synoniemen voor "Hingebung":