Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Holzspan:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Holzspan (Duits) in het Zweeds

Holzspan:

Holzspan [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Holzspan (Span)
    flaga; fjälla
    • flaga [-en] zelfstandig naamwoord
    • fjälla [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Holzspan (Span)
    trä spån
  3. der Holzspan (Sägemehl; Holzmehl; Span; Holzspäne; Sägespäne)
    sågspån

Vertaal Matrix voor Holzspan:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fjälla Holzspan; Span
flaga Holzspan; Span Flocke
sågspån Holzmehl; Holzspan; Holzspäne; Span; Sägemehl; Sägespäne Holzmehl; Sägemehl; Sägemühle; Sägerei; Sägewerk
trä spån Holzspan; Span
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fjälla Die Schlange häutet sich.; Meine Haut schält sich.; schälen; sich häuten; sich schälen

Computer vertaling door derden: