Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Instanz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Instanz (Duits) in het Zweeds

Instanz:

Instanz [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Instanz (Dienststelle; Einrichtung; Stelle; Anstalt; Amt)
    ämbetsverk; byrå; organisation
  2. die Instanz

Vertaal Matrix voor Instanz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
byrå Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Kommode; Schubladenschrank
organisation Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Organisation
ämbetsverk Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Regierungsstelle; Schreibtisch; staatliche Anstellung
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
instans Instanz

Synoniemen voor "Instanz":


Wiktionary: Instanz

Instanz
  1. Recht: Ebene, auf der sich ein Gericht befindet
  2. Verwaltung: zuständige Einrichtung, Behörde
  3. Informatik, Programmiersprachen, objektorientierte Programmierung: eines von möglicherweise mehreren Objekten derselben Klasse
  4. eine Adresse, eine Einrichtung, der man für eine bestimmte Angelegenheit Autorität beimisst

Computer vertaling door derden: