Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Klo:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Klo (Duits) in het Zweeds

Klo:

Klo [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Klo (Verschlag; Box; Gehäuse; )
    kartong; låda; förvaringslåda
  2. Klo (Toilette; Örtchen; Klosett)
    toalett
    • toalett [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Klo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvaringslåda Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag
kartong Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag Karton; Pappdeckel; Pappe; Pappkarton; Pappschachtel
låda Abteil; Box; Büchse; Dose; Flugschreiber; Gefäß; Gehäuse; Kapsel; Karton; Kasten; Kittchen; Klo; Loch; Schachtel; Schuppen; Verschlag Aufbewahungskarton; Behälter; Büchse; Dose; Gefäß; Karton; Kiste; Konserve; Lade; Schachtel; Schubfach; Schublade; Tresor; Verpackung; Vorratsdose
toalett Klo; Klosett; Toilette; Örtchen Duschraum; Toilette; WC
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
låda Kiste

Synoniemen voor "Klo":


Wiktionary: Klo

Klo
noun
  1. umgangssprachlich: Toilette

Cross Translation:
FromToVia
Klo toalett bathroom — a room containing a toilet
Klo toalett; dass toilet — bathroom with toilet
Klo toalett; sc toilet — lavatory, w.c. (the room)

Computer vertaling door derden: