Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Knurren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Knurren (Duits) in het Zweeds

Knurren:

Knurren [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Knurren (Grummen)
    morrande; knorrande

Knurren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Knurren
    knorra
    • knorra [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. Knurren (Grollen)
    dån; mullrande
    • dån [-ett] zelfstandig naamwoord
    • mullrande zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Knurren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dån Grollen; Knurren Dröhnen; Gedröhn; Gedröhne
knorra Knurren
knorrande Grummen; Knurren
morrande Grummen; Knurren Geheul; Gejammer; Geklage; Gemecker; Genörgel; Geschimpfe; Klagen; Schimpferei; Stöhnen
mullrande Grollen; Knurren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
knorra ausschimpfen; beschimpfen; brodeln; brummeln; brummen; brutzeln; grunzen; gurren; knurren; meckern; murren; nörgeln; schelten; schieben; schimpfen; schnurren; schwirren; spucken; stottern; summen; surren; wettern; über etwas meckern

Synoniemen voor "Knurren":

  • Murren