Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Korn:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Korn (Duits) in het Zweeds

Korn:

Korn [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Korn (Getreide)
    korn; gryn
    • korn [-ett] zelfstandig naamwoord
    • gryn [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. Korn (Getreidekorn)
    majskorn; sädeskorn

Vertaal Matrix voor Korn:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gryn Getreide; Korn
korn Getreide; Korn Gefühl; Gerste; Gran; Grützbrei; Grütze; Körnchen; Malz; Samenkorn
majskorn Getreidekorn; Korn
sädeskorn Getreidekorn; Korn Gefühl; Gran; Körnchen
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Körnung

Synoniemen voor "Korn":


Wiktionary: Korn

Korn
noun
  1. alkoholisches Getränk, klar und hochprozentig
  2. meist als Diminutiv: winzige Menge von etwas, auch im übertragenen Sinne
  3. Einrichtung zum Zielen über den Lauf bei Schusswaffen
  4. Auflösungsvermögen von Fotopapier
  5. einzelner, sehr stärkehaltiger Samen verschiedener Getreidesorten
  6. häufig als Diminutiv: kleines, festes, annähernd rundes Objekt
  7. allgemein: Getreide

Cross Translation:
FromToVia
Korn korn grainfruit et semence des céréales contenu dans l’épi ; des légumineuses.
Korn frö; korn graine — Ovule fécondé qui donne de nouvelles plantes après dispersion et germination.

Verwante vertalingen van Korn