Lage in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Lage:
- läge; ställning; position; livskonditioner; bord; simtag; orientering; belägenhet
Wiktionary:
- Lage → läge, position, omfång, medley, lägg, lager, skikt, situation
- Lage → skikt, lager, predikament, obehaglig situation, läge, plats, placering, status, ställning, situation, position

Duits

Uitgebreide vertaling voor Lage (Duits) in het Zweeds

die Lage (Position; Standort; Verfassung; Stand; Zustand)
läge; ställning; position
- läge [-ett] zelfstandig naamwoord
- ställning [-en] zelfstandig naamwoord
- position [-en] zelfstandig naamwoord
die Lage (Lebensumstände)
livskonditioner
- livskonditioner zelfstandig naamwoord
die Lage (Tabelle; Liste; Tafel; Verzeichnis; Abfassung; Stelle; Aufzählung; Abstufung; Einstellung; Ausrichtung; Aufstellung; Leiste; Aufführung; Rangordnung)
bord
- bord [-ett] zelfstandig naamwoord
die Lage (Stoß)
simtag
- simtag [-ett] zelfstandig naamwoord
die Lage (Ortsbestimmung; Stelle; Ort; Ortung)
läge; orientering; belägenhet
- läge [-ett] zelfstandig naamwoord
- orientering [-en] zelfstandig naamwoord
- belägenhet [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belägenhet	Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle
bord	Abfassung; Abstufung; Aufführung; Aufstellung; Aufzählung; Ausrichtung; Einstellung; Lage; Leiste; Liste; Rangordnung; Stelle; Tabelle; Tafel; Verzeichnis
livskonditioner	Lage; Lebensumstände
läge	Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Position; Stand; Standort; Stelle; Verfassung; Zustand	Drehort; Lokation; Modus
orientering	Lage; Ort; Ortsbestimmung; Ortung; Stelle	Ausrichtung; Orientierung; Orientierungssinn; Seitenausrichtung
position	Lage; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand	Arbeitsverhältnis; Beschaffenheit; Dienststelle; Dienstverhältnis; Gemütszustand; Kondition; Stellung; Stellungnahme; Zustand
simtag	Lage; Stoß	Schwimmschläge; Stöße
ställning	Lage; Position; Stand; Standort; Verfassung; Zustand	Folter; Folterbank; Folterbänke; Gerüst; Gestell; Hebebaum; Heber; Hebevorrichtung; Lattengestell; Lattenwerk; Regal; Spalier; Stellage; Stellungnahme

Lage

noun

Musik: Lage der linken Hand auf dem Griffbrett bei Streich- und Zupfinstrumenten
- Lage → läge; position
Musik: Teil des Notenumfangs
- Lage → omfång
Sport, meist Plural: kurz für Lagenschwimmen, eine Kombination aus verschiedenen Schwimmstilen
- Lage → medley
Buchwesen: den einzelnen aus mehreren (oft acht) gefalzten und ineinandergelegten Papierblättern bestehenden, zum Binden vorgesehenen Teil eines Buches
- Lage → lägg
Art wie etwas liegt
- Lage → läge
Schicht
- Lage → lager; skikt
momentane Umstand/Verhältnis
- Lage → läge; situation
Stelle, an der etwas liegt
- Lage → läge

Cross Translation:

From	To	Via
• Lage	→ skikt; lager	↔ layer — single thickness of some material covering a surface
• Lage	→ predikament; obehaglig situation	↔ predicament — An unfortunate or trying position or condition.
• Lage	→ läge; plats; placering	↔ situation — position vis-à-vis surroundings
• Lage	→ plats; läge	↔ situation — location
• Lage	→ plats; status; ställning; situation	↔ situation — one's status with regard to circumstances
• Lage	→ läge	↔ ligging — de wijze waarop iets of iemand gelegen is
• Lage	→ ställning; position	↔ position — situation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.
• Lage	→ situation	↔ situation — position d’une ville, d’un château, d’une maison, d’un jardin, etc.