Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Los:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Los (Duits) in het Zweeds

Los:

Los [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Los (Gebäude; Haus; Pfand; )
    bygge
    • bygge [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. Los (Empfänger; Adressat; Schicksal; Geschick; Los des Lebens)
    adressat
  3. Los (Lotteriezettel)
    lott; lottsedel
    • lott [-en] zelfstandig naamwoord
    • lottsedel [-en] zelfstandig naamwoord
  4. Los
    parti
    • parti [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Los:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adressat Adressat; Empfänger; Geschick; Los; Los des Lebens; Schicksal
bygge Aufbau; Bau; Baugelände; Bauland; Baustelle; Einsatz; Einsätze; Erbauung; Errichtung; Fläche; Gebiet; Gebilde; Gebäude; Grundstück; Haus; Häuser; Komplex; Konstruktion; Los; Partie; Parzelle; Pfand; Posten; Schoß; Struktur; Teil; Unterpfand
lott Los; Lotteriezettel Baugelände; Bauland; Baustelle; Bereich; Ebene; Einsatz; Einsätze; Fläche; Gebiet; Gebäude; Gelände; Grundstück; Haus; Häuser; Kavelung; Parzelle; Posten; Schicksal
lottsedel Los; Lotteriezettel
parti Los Partie

Synoniemen voor "Los":


Wiktionary: Los

Los
noun
  1. zufällig gezogene Zettel im Glücksspiel
  2. (umgangssprachlich) Glücksfall
  3. Schicksal, unbeeinflussbares Geschick

Cross Translation:
FromToVia
Los öde destiny — predetermined condition; fate; fixed order of things
Los öde; lott lot — that which happens without human design or forethought
Los mängd lot — number of things taken collectively
Los lott lot — fate that falls to one by chance
Los lott lot — anything used in determining a question by chance
Los lott lottery ticket — slip of paper drawn in a lottery
Los öde; levnadslopp destinéedestin particulier d’une personne ou d’une chose.
Los förmögenhet fortunehasard, chance.

Verwante vertalingen van Los