Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Pflock:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pflock (Duits) in het Zweeds

Pflock:

Pflock [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Pflock (Zelthering)
    tältpinne
  2. der Pflock (Bolz; Stift; Zapfen; )
    pinne; sprint; plugg; bult; tapp
    • pinne [-en] zelfstandig naamwoord
    • sprint [-en] zelfstandig naamwoord
    • plugg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bult [-en] zelfstandig naamwoord
    • tapp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pflock:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bult Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Riegel; Stiftschraube; Türriegel; Überrollbügel
pinne Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Anstecknadel; Haarnadel; Haken; Nadel; Spange; Stecknadel; kleine Nadel
plugg Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen
sprint Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen Splint; sprint
tapp Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Keil; Nadel; Nagel; Pflock; Spieß; Stift; Zapfen
tältpinne Pflock; Zelthering Zeltstange

Synoniemen voor "Pflock":


Wiktionary: Pflock

Pflock
noun
  1. kurzer, handlicher Pfahl

Cross Translation:
FromToVia
Pflock stör; påle stake — piece of wood