Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Plauderei (Duits) in het Zweeds

Plauderei:

Plauderei [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Plauderei (Wäscherei; Anschwärzung; Klatscherei; )
    prat; skvaller; snack; pladder
    • prat [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skvaller [-ett] zelfstandig naamwoord
    • snack [-ett] zelfstandig naamwoord
    • pladder [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. die Plauderei (Geplauder; Gespräch; Gerede; )
    rykte; skvaller; prat
    • rykte [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skvaller [-ett] zelfstandig naamwoord
    • prat [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. die Plauderei (Geplauder; Schwatz; Geklatsch)
    pratstund; samspråk; kallprat; småprat
  4. die Plauderei (Geklatsch; Gerede; Klatsch; )
    prat
    • prat [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. die Plauderei (Geklatsch; Geplapper; Gerede; )
    prat; pratande; småprat
    • prat [-ett] zelfstandig naamwoord
    • pratande zelfstandig naamwoord
    • småprat [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Plauderei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kallprat Geklatsch; Geplauder; Plauderei; Schwatz
pladder Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei
prat Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gerede; Geschwätz; Gespräch; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Tratsch; Verleumdung; Wäscherei Geklatsch; Geplauder; Gequatsch; Gerede; Geschwätz
pratande Geklatsch; Geplapper; Geplauder; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Plauderei; Schwatz; Tratsch
pratstund Geklatsch; Geplauder; Plauderei; Schwatz Aussprache; Gespräch; Konversation; Unterredung
rykte Geklatsch; Geplauder; Gerede; Geschwätz; Gespräch; Plauderei; Schwatz Ehre; Fama; Kunde; Name; Ondit; Reputation; Ruf; Schrei
samspråk Geklatsch; Geplauder; Plauderei; Schwatz Gespräch; Unerhaltung
skvaller Anschwärzung; Einkalkulierung; Geklatsch; Geplauder; Gerede; Geschwätz; Gespräch; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatz; Verleumdung; Wäscherei Anschwärzung; Geklatsch; Geplapper; Geplauder; Gequatsch; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Klatschmaul; Klatschtante; Laster; Lästerrede; Lästerung; Schwatz; Tratsch; Verleumdung
småprat Geklatsch; Geplapper; Geplauder; Gerede; Geschwätz; Getratsch; Klatschen; Plauderei; Schwatz; Tratsch
snack Anschwärzung; Einkalkulierung; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Verleumdung; Wäscherei

Synoniemen voor "Plauderei":


Computer vertaling door derden: