Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Poster:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Poster (Duits) in het Zweeds

Poster:

Poster [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Poster (Plakat; Anschlag)
    affisch; poster; anslag; plakat
    • affisch [-en] zelfstandig naamwoord
    • poster zelfstandig naamwoord
    • anslag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • plakat [-ett] zelfstandig naamwoord

Poster [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Poster (Reklamposter; Anschlag)
    reklamaffisch

Poster

  1. Poster
    affisch
    • affisch [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Poster:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affisch Anschlag; Plakat; Poster Anzeigebrett; Anzeigetafel; Reklameplakat; Reklameschild; Werbeplakat; Werbeschild
anslag Anschlag; Plakat; Poster Anfuhr; Anschlagzettel; Aushang; Zufuhr; Zuteilung
plakat Anschlag; Plakat; Poster Anschlagzettel
poster Anschlag; Plakat; Poster Wandzeitung
reklamaffisch Anschlag; Poster; Reklamposter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plakat benebelt; besoffen; betrunken; blau; schwerbetrunken; sinnlos betrunken; stockbesoffen; stockbetrunken; voll; völlig betrunken

Synoniemen voor "Poster":


Wiktionary: Poster

Poster
noun
  1. Schautafel bei einem wissenschaftlichen Kongress
  2. Plakat mit künstlerischem oder provozierendem Anspruch