Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Rührung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rührung (Duits) in het Zweeds

Rührung:

Rührung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Rührung (Ergriffenheit)
    känsla; emotion; rörelse
    • känsla [-en] zelfstandig naamwoord
    • emotion [-en] zelfstandig naamwoord
    • rörelse [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Rührung
    emotion; sinnesrörelse

Vertaal Matrix voor Rührung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emotion Ergriffenheit; Rührung
känsla Ergriffenheit; Rührung Abtasten; Anfühlen; Eindruck; Eindrücke; Emotion; Empfindung; Feeling; Fühlen; Gefühl; Gefühlsleben; Gemüt; Gemütsbewegung; Gemütsempfindung; Gemütserregung; Sentiment; Spürsinn; Stimmung; Tasten; Verständnis
rörelse Ergriffenheit; Rührung Fortbewegung
sinnesrörelse Rührung Bewogenheit
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
rörelse Bewegung

Wiktionary: Rührung


Cross Translation:
FromToVia
Rührung oro; upphetsning; sinnesrörelse émotion — Réaction affectif subite, temporaire et involontaire, souvent accompagnée de manifestations physiques, provoquée par un sentiment intense de peur, de colère, de surprise, etc.