Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Reiseführer:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Reiseführer (Duits) in het Zweeds

Reiseführer:

Reiseführer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Reiseführer (Führer; Lotse)
    vägvisare; guide; resledare
  2. der Reiseführer (Führer; Wegweiser)
    guide; reseledare
  3. der Reiseführer (Reisebuch)
    reseledare; reseguide
  4. der Reiseführer (Führer)
    guide; vägvisare
  5. der Reiseführer

Vertaal Matrix voor Reiseführer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guide Führer; Lotse; Reiseführer; Wegweiser Assistent; Begleiterin; Führerin; Wegweiser
reseguide Reisebuch; Reiseführer
reseledare Führer; Reisebuch; Reiseführer; Wegweiser
resledare Führer; Lotse; Reiseführer
vägvisare Führer; Lotse; Reiseführer Nachschlagewerk; Reisebericht; Reisebeschreibung; Wegweiser
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
turistguide Reiseführer