Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Rohstoff:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rohstoff (Duits) in het Zweeds

Rohstoff:

Rohstoff [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rohstoff (Grundstoff; Material; Grundmaterial)
    byggmaterial
  2. der Rohstoff (Grundstoff)
    bas; grund element
  3. der Rohstoff
    råmaterial

Vertaal Matrix voor Rohstoff:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bas Grundstoff; Rohstoff Anführer; Ausgangspunkt; Base; Basis; Begründung; Fundament; Fundierung; Grund; Grundfläche; Grundgedanke; Grundierung; Grundlage; Grundlinie; Grundzahl; Gruppenleiter; Haupt; Häupter; Obergehilfe; Obergeselle; Tragfläche; Unterbau; Unterlage; Untersatz; Unterstück; Vorarbeiter; Vordermann; Vormann
byggmaterial Grundmaterial; Grundstoff; Material; Rohstoff Baumaterial; Baumaterialien; Baustoff; Baustoffe
grund element Grundstoff; Rohstoff
råmaterial Rohstoff Bodenprodukte

Synoniemen voor "Rohstoff":


Wiktionary: Rohstoff


Cross Translation:
FromToVia
Rohstoff material material — matter
Rohstoff råvara; råmaterial raw material — material in its unprocessed, natural state