Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Sack:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sack (Duits) in het Zweeds

Sack:

Sack [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sack (Skrotum)
    skrotum
  2. der Sack (Dreckskerl; Grobian; Schuft)
    skithuvud
  3. der Sack (Schuft; Dreckskerl; Lump; Grobian)
    grobian; skitskalle; idiot

Vertaal Matrix voor Sack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grobian Dreckskerl; Grobian; Lump; Sack; Schuft Bauer; Dreckskerl; Ekel; Flegel; Grobian; Lump; Prolet; Rülpser; Schuft; Tölpel; elender Kerl; ungehobelte Klotz; ungeschliffene Kerl
idiot Dreckskerl; Grobian; Lump; Sack; Schuft Blödmann; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfallspinsel; Einfaltspinsel; Geisteskranke; Gimpel; Hohlkopf; Idiot; Irre; Irrsinnige; Narr; Quatschkopf; Schafskopf; Schussel; Schwachkopf; Schwachsinnige; Strohkopf; Stümper; Tollkopf; Tor; Tropf; Trottel; Tölpel; Verrückte; Wahnsinnige
skithuvud Dreckskerl; Grobian; Sack; Schuft Bauerntölpel; Dreckskerl; Flegel; Grobian; Halunke; Lump; Lümmel; Schuft; Schurke; ungehobelter Klotz; ungeschliffener Kerl
skitskalle Dreckskerl; Grobian; Lump; Sack; Schuft
skrotum Sack; Skrotum

Synoniemen voor "Sack":


Wiktionary: Sack

Sack
noun
  1. ein Transport- und Aufbewahrungsbehältnis aus grobem Stoff oder robustem Material

Cross Translation:
FromToVia
Sack väska; påse; kasse; säck bag — flexible container
Sack säck sack — bag for commodities or items
Sack säck zak — slappe, vormeloze tas

Verwante vertalingen van Sack