Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Saubermachen (Duits) in het Zweeds

Saubermachen:

Saubermachen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Saubermachen (Reinigen; Putzen)
    städning; putsning; rensning; rengöring
  2. Saubermachen (Wechseln)
    omväxling; bytning utav
  3. Saubermachen (saubere Windel)
    ren servett

Vertaal Matrix voor Saubermachen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bytning utav Saubermachen; Wechseln
omväxling Saubermachen; Wechseln Abänderung; Mutation; Umbruch; Umgestaltung; Umschwung; Veränderung; Wandel; Wandlung; Wechsel; Wende; Wendung
putsning Putzen; Reinigen; Saubermachen Auflage; Besatz
ren servett Saubermachen; saubere Windel
rengöring Putzen; Reinigen; Saubermachen Reinigen; Reinigung; Sauber machen; Säuberung; Waschen
rensning Putzen; Reinigen; Saubermachen Bereinigung; Reinigung; Säuberung
städning Putzen; Reinigen; Saubermachen Reinigungsarbeit; Scheuern

Verwante vertalingen van Saubermachen