Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schnupfen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schnupfen (Duits) in het Zweeds

Schnupfen:

Schnupfen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schnupfen (Erkältung)
    kyla
    • kyla [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Schnupfen (Erkältung)
    kyla; köld
    • kyla [-en] zelfstandig naamwoord
    • köld [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Schnupfen (Rotznase)
    rinnande näsa
  4. der Schnupfen (Schnupfennase)
    snoriga näsor; täppta näsor
  5. der Schnupfen
    snuvor; förkylningar

Vertaal Matrix voor Schnupfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förkylningar Schnupfen
kyla Erkältung; Schnupfen Frische; Frischheit; Frostigkeit; Kälte; Kühle; Kühlheit; Ungeselligkeit; Zurückhaltung
köld Erkältung; Schnupfen
rinnande näsa Rotznase; Schnupfen Triefnase
snoriga näsor Schnupfen; Schnupfennase
snuvor Schnupfen
täppta näsor Schnupfen; Schnupfennase
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kyla erstarren

Synoniemen voor "Schnupfen":

  • Koryza; Nasenkatarrh; Nasenschleimhautentzündung; Rhinitis
  • Erkältung; grippaler Infekt; Husten; Verkühlung; Erkrankung; Krankheit; Leiden
  • Nasentripper; Rüsselpest

Wiktionary: Schnupfen

Schnupfen
noun
  1. durch ein Virus oder eine allergische Reaktion hervorgerufene, akute Reizung der Nasenschleimhaut

Cross Translation:
FromToVia
Schnupfen förkylning; snuva; katarr rhume — Écoulement causé par l’irritation ou l’inflammation de...

Verwante vertalingen van Schnupfen