Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schweinigel:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schweinigel (Duits) in het Zweeds

Schweinigel:

Schweinigel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schweinigel (Schmierfink; Schmutzfink; Dreckschwein; )
    äcklig gubbe; skunk
  2. der Schweinigel (Widerling; Schmutzfink; Stinker; )
    skurk
    • skurk [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Schweinigel (Schweine; Säue; Schurken; Schufte; Schelme)
    lortiga grisar

Vertaal Matrix voor Schweinigel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lortiga grisar Schelme; Schufte; Schurken; Schweine; Schweinigel; Säue
skunk Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Sau; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel Stinktier
skurk Ekel; Ferkel; Flegel; Gauner; Halunke; Hundsfötter; Iltis; Lump; Schalk; Schelm; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel; Spitzbube; Stinker; Strick; Taugenichts; Widerling; geriebeneKerl Aas; Arschloch; Bandit; Betrüger; Bösewicht; Dreckskerl; Ekel; Ferkel; Flegel; Frevler; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Giftnudel; Halunke; Hochstapler; Kriminelle; Lausbube; Luder; Lump; Nichtsnutz; Rabauke; Racker; Schalk; Schalke; Schelm; Scheusal; Schlange; Schlingel; Schmierfink; Schmutzfink; Schuft; Schurke; Schwindler; Spitzbube; Strolch; Taugenichts; Unhold; Verbrecher; Widerling; elende Kerl; Übeltäter
äcklig gubbe Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Sau; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel