Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Semester

Vertaal Semester van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Semester:
- halvår; termin
Wiktionary:
- Semester → termin
- Semester → termin, semester

Duits

Uitgebreide vertaling voor Semester (Duits) in het Zweeds

Semester:

Semester [das ~] zelfstandig naamwoord

Semester (Halbjahr)
halvår
- halvår [-ett] zelfstandig naamwoord
Semester
termin
- termin [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Semester:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
halvår	Halbjahr; Semester
termin	Semester

Synoniemen voor "Semester":

Halbjahr; Abstand; Intervall; Dauer; Frist; Periode; Phase; Spanne; Weile; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitabstand; Zeitdauer; Zeitdifferenz; Zeitintervall; Zeitlang; Zeitraum; Zeitspanne

Wiktionary: Semester

Semester

noun

Hälfte eines Studienjahres
- Semester → termin

Cross Translation:

From	To	Via
• Semester	→ termin	↔ semester — half of school year
• Semester	→ semester	↔ semestre — espace de temps de six mois consécutifs

Verwante vertalingen van Semester

Student im ersten Semester