Duits

Uitgebreide vertaling voor Sperre (Duits) in het Zweeds

Sperre:

Sperre [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sperre (Absperrung; Wegsperre; Straßensperre)
    blokad; avspärring; vägblockering
  2. die Sperre (Schranke; Schlagbaum; Sperrbaum; Sperrung; Absperrung)
    barriär; spärr; bom; skrank; avspärrning; tullbom
  3. die Sperre (Barrikade; Sperrung; Versperrung)
    barrikad; avspärrning
  4. die Sperre (Embargo; Ausfuhrverbot)
    embargo
    • embargo [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. die Sperre (Straßensperre; Blokkade; Sperrung)
    trafikblockering
  6. die Sperre (Straßensperre; Sperrung; Barrikade; Versperrung)
    vägspärr

Vertaal Matrix voor Sperre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avspärring Absperrung; Sperre; Straßensperre; Wegsperre
avspärrning Absperrung; Barrikade; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung; Versperrung Abdichtung; Abhalten; Abschluß; Aussperrung; Hindern; Verschluß
barrikad Barrikade; Sperre; Sperrung; Versperrung
barriär Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung Abdichtung; Abschluß; Damm; Deich; Hemmnis; Hindernis; Hürde; Kehrdamm; Sperrdamm; Sperrzaun; Verschluß; Wall
blokad Absperrung; Sperre; Straßensperre; Wegsperre
bom Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung Abdichtung; Abschluß; Querstange; Verschluß
embargo Ausfuhrverbot; Embargo; Sperre
skrank Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
spärr Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
trafikblockering Blokkade; Sperre; Sperrung; Straßensperre
tullbom Absperrung; Schlagbaum; Schranke; Sperrbaum; Sperre; Sperrung
vägblockering Absperrung; Sperre; Straßensperre; Wegsperre
vägspärr Barrikade; Sperre; Sperrung; Straßensperre; Versperrung

Synoniemen voor "Sperre":


Wiktionary: Sperre


Cross Translation:
FromToVia
Sperre bom; slagbom barrièreassemblage de plusieurs pièces de bois ou d'autres matériaux, servir à fermer un passage.