Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Störrigkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Störrigkeit (Duits) in het Zweeds

Störrigkeit:

Störrigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Störrigkeit (Steifheit; Starrheit; Starre; )
    styvhet; rigiditet; stelhet
  2. die Störrigkeit
    stelhet
    • stelhet [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Störrigkeit (Hölzernheit; Erstarrung; Starrheit; Starrsinn; Steifheit)
    stelhet; styvhet
    • stelhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • styvhet [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Störrigkeit (Starrköpfigkeit; Hartnäckigkeit; Halsstarrigkeit; Starrsinn; Dickköpfigkeit)
    envishet

Vertaal Matrix voor Störrigkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
envishet Dickköpfigkeit; Halsstarrigkeit; Hartnäckigkeit; Starrköpfigkeit; Starrsinn; Störrigkeit Starrköpfigkeit; Unbeugsamkeit
rigiditet Härte; Schwierigkeit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit
stelhet Erstarrung; Härte; Hölzernheit; Schwierigkeit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Stärke; Stärkemehl
styvhet Erstarrung; Härte; Hölzernheit; Schwierigkeit; Starre; Starrheit; Starrsinn; Steife; Steifheit; Störrigkeit

Synoniemen voor "Störrigkeit":


Computer vertaling door derden: