Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Statthalter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Statthalter (Duits) in het Zweeds

Statthalter:

Statthalter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Statthalter (Landvogt; Gouverneur)
    guvernör
  2. der Statthalter (Herrscher; Fürst; Regent; Gouverneur; Generalgouverneur)
    ledare
    • ledare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Statthalter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guvernör Gouverneur; Landvogt; Statthalter
ledare Fürst; Generalgouverneur; Gouverneur; Herrscher; Regent; Statthalter Anführer; Anführerin; Begleiter; Boss; Chef; Chefs; Direktoren; Draufgänger; Elektrizitätsleiter; Führer; Fürst; Gebieter; Geschäftsführer; Gesprächsleiter; Gruppenleiter; Haupt; Hauptartikel; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Herr; Herrscher; Häupter; Köpfe; Leitartikel; Leiter; Mannschaftskapitän; Obergehilfe; Obergeselle; Oberhaupt; Schiene; Stammeshäuptling; Vorarbeiter; Vordermann; Vorgesetzte; Vormann; Vorstand; Vorsteher; Vorstände

Synoniemen voor "Statthalter":

  • Schutzherr; Vogt

Wiktionary: Statthalter

Statthalter
noun
  1. historisch: Verwalter einer Provinz

Cross Translation:
FromToVia
Statthalter guvernör; ståthållare gouverneur — het hoofd van een regering, van een kolonie, staat of andere subnationale staatseenheid
Statthalter härskare dominateur — Celui, celle qui dominer, qui s’arroger une grande autorité, qui exercer un grand empire.