Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Steinbruch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Steinbruch (Duits) in het Zweeds

Steinbruch:

Steinbruch [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Steinbruch
    villebråd
  2. der Steinbruch (Grube; Bergwerk)
    hål; gruvhål; grop; avgrund; gruvschakt
    • hål [-ett] zelfstandig naamwoord
    • gruvhål [-ett] zelfstandig naamwoord
    • grop [-en] zelfstandig naamwoord
    • avgrund [-en] zelfstandig naamwoord
    • gruvschakt zelfstandig naamwoord
  3. der Steinbruch (Schacht; Mine; Hohlräume; )
    minskackt

Vertaal Matrix voor Steinbruch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgrund Bergwerk; Grube; Steinbruch Abgrund; Felsenschlucht; Felsspalt; Felsspalte; Schlucht; Spalt; Spalte; Tiefe
grop Bergwerk; Grube; Steinbruch Abrutchen; Absacken; Einsinken; Senkung; Sprunggrube
gruvhål Bergwerk; Grube; Steinbruch
gruvschakt Bergwerk; Grube; Steinbruch
hål Bergwerk; Grube; Steinbruch Delle; Einschnitt; Eisenbahnabteil; Kerbe; Leck; Loch; Lochung; Punktion; Riß; Spalte; Undichtigkeit; Vertiefung; undichte Stelle; Öffnung
minskackt Bergwerk; Bruch; Furche; Grube; Hohlräume; Höhlung; Mine; Schacht; Steinbruch
villebråd Steinbruch

Wiktionary: Steinbruch


Cross Translation:
FromToVia
Steinbruch stenbrott quarry — site for mining stone

Computer vertaling door derden: