Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sudelei (Duits) in het Zweeds

Sudelei:

Sudelei [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sudelei (Schutthaufen; Pfuscherei; Chaos; )
    bråte; röra
    • bråte [-en] zelfstandig naamwoord
    • röra [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Sudelei (Schmiererei)
    subbert; klabb
    • subbert zelfstandig naamwoord
    • klabb [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Sudelei (Schmiererei; Geschmiere; Gesudel)
    röra; strul; trassel; sammelsurium
  4. die Sudelei (Geschmiere; Schmiererei; Gesudel; Kleckserei)
    fusk; kladd; spill; slafs
    • fusk [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kladd [-ett] zelfstandig naamwoord
    • spill [-ett] zelfstandig naamwoord
    • slafs [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. die Sudelei (Schmiererei; Schererei; Geschmiere; Gesudel)
    röra
    • röra [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sudelei:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bråte Chaos; Durcheinander; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr
fusk Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Schmiererei; Sudelei Abgucken; Betrug; Hintergehung; Irreführung; Schwindel; Schwindelei; Täuschung
klabb Schmiererei; Sudelei Durcheinander
kladd Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Schmiererei; Sudelei Anmerkung; Aufzeichnung; Darstellung; Eintragung; Entwurf; Grundriß; Kritzelei; Notiz; Plan; Schmiererei; Skizze; Umriß; Umrißzeichnung; Zeichnung
röra Chaos; Durcheinander; Geschmiere; Gesudel; Pfuscherei; Sauwirtschaft; Schererei; Schmiererei; Schutthaufen; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr Anhäufung; Aufhäufung; Ausschußware; Dichtung; Eintopf; Eintopfgericht; Gepfusche; Gequake; Geschmier; Geschmiere; Gesudel; Horde; Kram; Mischfutter; Mischmasch; Pfuscherei; Plunder; Rommel; Sammelsurium; Sauerei; Schar; Schmiererei; Schrott; Schund; Schweinerei; Zusammengekochte; Zusammengeraffte
sammelsurium Geschmiere; Gesudel; Schmiererei; Sudelei Ausschußware; Mischmasch; Sammelsurium
slafs Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Schmiererei; Sudelei
spill Geschmiere; Gesudel; Kleckserei; Schmiererei; Sudelei
strul Geschmiere; Gesudel; Schmiererei; Sudelei Herumkramen
subbert Schmiererei; Sudelei
trassel Geschmiere; Gesudel; Schmiererei; Sudelei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
röra Belange haben; angehen; anrühren; anstiften; antun; antupfen; aufschüren; aufwiegeln; berühren; betreffen; bewegen; erregen; gehen; gehen um; leicht berühren; mischen; rühren; sich aufmachen; sitzen an; streifen; tippen; touchieren; treffen; tupfen; wegbegeben