Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Sukzession:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sukzession (Duits) in het Zweeds

Sukzession:

Sukzession [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sukzession (Nachfolge; Erbfolge; Aufeinanderfolge; )
    rad; serie; ordningsföljd
    • rad [-en] zelfstandig naamwoord
    • serie [-en] zelfstandig naamwoord
    • ordningsföljd [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sukzession:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ordningsföljd Aufeinanderfolge; Erbfolge; Folge; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Sukzession Sequenz
rad Aufeinanderfolge; Erbfolge; Folge; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Sukzession Abfolge; Aneinanderreihung; Aneinanderreihungen; Aufeinanderfolge; Erkettung; Folge; Kahnfahrt; Kette; Kolonne; Leine; Linie; Reihe; Reihen; Reihenfolge; Schlange; Sequenz; Serie; Serien; Stau; Stauung; Stockung; Sätze; Verkettung; Zeile; Zyklus
serie Aufeinanderfolge; Erbfolge; Folge; Nachfolge; Reihe; Reihenfolge; Sukzession Aneinanderreihung; Aneinanderreihungen; Aufeinanderfolge; Familie; Feuilleton; Folge; Kette; Reihe; Reihen; Reihenfolge; Sequenz; Serie; Sätze; Verkettung

Synoniemen voor "Sukzession":


Wiktionary: Sukzession

Sukzession
noun
  1. Recht: Rechtsnachfolge

Computer vertaling door derden: