Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Taschentuch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Taschentuch (Duits) in het Zweeds

Taschentuch:

Taschentuch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Taschentuch
    näsduk
    • näsduk [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Taschentuch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
näsduk Taschentuch

Synoniemen voor "Taschentuch":

  • Schneuztuch; Schnupftuch; Tempo; Tempo-Taschentuch

Wiktionary: Taschentuch

Taschentuch
noun
  1. ein Tuch, mit dem man sich die Nase putzen kann

Cross Translation:
FromToVia
Taschentuch näsduk handkerchief — cloth for wiping the face, eyes, nose or hands
Taschentuch näsduk tissue — sheet of absorbent paper
Taschentuch näsduk zakdoek — een doek om de neus in te snuiten
Taschentuch näsduk mouchoircarré de tissu dont on se sert pour se moucher.