Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Telefon:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Telefon (Duits) in het Zweeds

Telefon:

Telefon [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Telefon (Fernsprecher)
    telefon; telefonlur
  2. Telefon
    telefon
    • telefon [-en] zelfstandig naamwoord
  3. Telefon
  4. Telefon (Smartphone)

Vertaal Matrix voor Telefon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
telefon Fernsprecher; Telefon
telefonlur Fernsprecher; Telefon Organ; Sprachrohr; Telefonhörer; Treuhänder; Verwalter
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Telefon Telefon
smart phone Smartphone; Telefon
smartphone Smartphone; Telefon

Synoniemen voor "Telefon":


Wiktionary: Telefon

Telefon
noun
  1. Gerät für die Übermittlung von Sprache über große Entfernungen

Cross Translation:
FromToVia
Telefon telefon telefoon — een toestel waarmee men geluid over kan brengen door middel van galvanische stroom
Telefon telefon phone — A device for transmitting conversations (telephone)
Telefon telefon telephone — an electronic device used for two-way talking with other people
Telefon telefon téléphone — Apareil utilisé pour mener une conversation à distance

Verwante vertalingen van Telefon