Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Tod:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tod (Duits) in het Zweeds

Tod:

Tod [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Tod (Sterbefall; Todesfall; Sterben; Hinscheiden; Mortalität)
    död
    • död [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tod:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
död Hinscheiden; Mortalität; Sterbefall; Sterben; Tod; Todesfall
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
död geistlos; gestorben; kraftlos; leblos; schlaff; seelenlos; tot; unbeseelt; verstorben

Synoniemen voor "Tod":

  • Ableben; Abschied; Exitus; Lebensende; Sterben; Lebensabschnitt
  • Boandl; Boandlkramer; Boanl; Boanlkramer; Gevatter; Knochenmann; Schnitter; Sensenmann; Thanatos; Todbringer; Todesengel; übernatürliches Wesen

Wiktionary: Tod

Tod
noun
  1. Ende des Sterben

Cross Translation:
FromToVia
Tod död death — cessation of life
Tod död; slut end — death
Tod död mort — arrêt de la vie

Verwante vertalingen van Tod