Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Unechtheit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Unechtheit (Duits) in het Zweeds

Unechtheit:

Unechtheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Unechtheit (Fälschung; Unnatürlichkeit; Täuschung; )
    oäkta
    • oäkta zelfstandig naamwoord
  2. die Unechtheit (Unnatürlichkeit; Unrechtmäßigkeit)
    onaturlig

Vertaal Matrix voor Unechtheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onaturlig Unechtheit; Unnatürlichkeit; Unrechtmäßigkeit
oäkta Falschheit; Fälschung; Gaukelei; Irreführung; Lügenhaftigkeit; Schummelei; Schwindelei; Täuschung; Tücke; Unechtheit; Unnatürlichkeit; Verlogenheit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onaturlig unnatuerlich

Computer vertaling door derden: